HEMA mag het geld dat bestemd is voor de kosten van internetverkopen voorlopig niet inhouden bij zijn franchisenemers. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam dinsdag bepaald in een kort geding, schrijft De Financiële Telegraaf.
HEMA trof ruim twee jaar terug al een schikking met zijn franchisenemers over de verdeling van leveranciersbijdragen. De winkelketen zou 23 miljoen euro terugbetalen, maar besloot een jaar later daar ongeveer 5,2 miljoen euro van in te houden als bijdrage in de kosten voor e-commerce. Belangenclub VAB van de franchisers weigert dit, omdat volgens de vereniging eerst de afspraken op het gebied van e-commerce zouden worden geëvalueerd en HEMA de kosten daarvoor zou onderbouwen. De retailer zou ook een te grote bijdrage vragen.
HEMA heeft op zin beurt de belangenclub gediskwalificeerd als gesprekspartner, omdat het bestuur zich te veel met het verleden en te weinig met de toekomst bezighoudt. De franchisecontracten zijn opgemaakt voor de opkomst van e-commerce en zijn volgens de winkelketen ‘niet van deze tijd’. Franchisenemers zouden wel willen profiteren van de internetverkopen, maar er niet aan mee willen betalen.
De rechter is het met de VAB eens dat de controle op de rekeningen vanuit HEMA niet mogelijk was. Binnenkort volgt een uitspraak van een bodemrechter in de kwestie over de onlinevergoeding. Onlangs werd ook bekend dat de belangenclub in een tweede rechtszaak eist dat HEMA de franchiseovereenkomsten voor kleine vestigingen verlengt. De retailer zou hebben laten weten die contracten te beëindigen, omdat het deze winkels mogelijk zelf wil exploiteren. VAB stelt dat dit een represaille is voor het aanspannen van de eerste rechtszaak, maar HEMA ontkent dat.
bron: De Financiële Telegraaf.
foto: ANP